Saldi van de programma's inclusief reserves

Saldo van de programma's

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Ruimtelijke ontwikkeling

13.208

10.754

10.876

11.242

10.464

7.035

Landelijk gebied

35.262

50.945

48.976

92.010

38.731

41.631

Bodem, water en milieu

10.391

12.160

14.962

13.131

13.655

12.547

Economische ontwikkeling

12.742

12.153

10.692

9.551

7.515

7.215

Bereikbaarheid

3.791

56.351

136.002

38.303

194.449

158.191

Cultuur en erfgoed

12.472

15.337

17.632

15.643

12.109

12.109

Bestuur en middelen

13.139

10.793

10.994

10.937

10.694

10.694

Saldo van de programma's

101.005

168.493

250.134

190.817

287.617

249.422

Mutaties reserves

50.242

16.152

-62.892

-2.770

-15.447

22.898

Beslag op de algemene middelen

151.247

184.645

187.242

188.047

272.170

272.320

Tabel 6.2, Saldo van de programma's inclusief reserves

Het saldo van de programma's is het verschil tussen de baten en de lasten. Als voorbeeld programma Cultuur en Erfgoed: de lasten van het programma zijn € 19,159 mln. terwijl de baten € 1,527 mln. zijn. Dit resulteert in een saldo van € 17,632 mln. welke is terug te zien in bovenstaande tabel 6.2.

Het totale saldo van de programma's neemt in 2018 toe met 48 % ten opzichte van het jaar 2017. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door het programma 5 Bereikbaarheid. In 2018 is voor de uitvoering van het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV) € 50 mln. meer aan subsidies geprogrammeerd dan in 2017. Tevens zijn baten in 2017 € 26 mln. hoger dan in 2018 vanwege de inzet van de niet bestede BDU middelen van voormalig BRU. Dit is ook toegelicht in de Najaarsnota 2017. In 2019 is voor € 50 mln. minder geprogrammeerd voor RUVV. Ook zijn in 2019 nog minder uitvoeringsprojecten ingepland. De stijging vanaf 2020 heeft te maken met het wegvallen van het hekwerk BRU en de opname van de decentralisatie uitkering in de Algemene uitkering provinciefonds.

Naast de fluctuaties in programma 5 Bereikbaarheid vertoont programma 2 Landelijk gebied in 2019 een stijging. Dit heeft te maken met projecten AVP zoals Oostelijke Vechtplassen en andere projecten inzake de internationale natuur opgave. De uitgaven hiervoor zijn nog aan het eind van de lopende programmaperiode begroot maar zullen volgens planning voor € 7,5 mln. respectievelijk € 13,5 mln. doorlopen in de volgende programmaperiode, met inachtneming dat de internationale opgave in 2021 afgerond dient te zijn. Bij de kadernota zullen de jaarschijven worden aangepast op basis van de meerjarige raming.