Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien inclusief reserves
Stelposten | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|
Onvoorzien | 0 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 |
Loon- en prijsontwikkeling | 0 | 0 | 433 | 2.333 | 4.233 | 6.133 |
Beslag op de algemene middelen | 0 | 800 | 1.233 | 3.133 | 5.033 | 6.933 |
Tabel 6.4, Stelposten |
Stelpost Onvoorzien
De stelpost onvoorzien betreft 0,25% van de algemene dekkingsmiddelen uitkering provinciefonds en opcenten motorrijtuigenbelasting. Vanaf 2017 zijn een aantal voormalige decentralisatie uitkeringen opgenomen in de algemene uitkering van provinciefonds. De stelpost onvoorzien bedraagt nu € 800.000.
Stelpost Loon- en prijsontwikkeling
Indexering subsidie partnerinstelling
Conform motie 20 bij de Kadernota 2017 "Indexering subsidie partnerinstelling" is de indexering berekend voor onze huidige partnerinstellingen. Door deze indexering stijgen de subsidie uitgaven vanaf 2018 met € 124.000. Dit bedrag komt ten laste van de stelpost Loon- en prijscompensatie en is verdeeld over de programma's Landelijk gebied, Bodem, water en milieu, Bereikbaarheid en Cultuur en erfgoed. Het indexeren van partnerinstellingen wordt vanaf 2018 ieder jaar meegenomen bij het opstellen van de begroting wat mede zorgt voor een neerwaartse trend van de stelpost loon- en prijsontwikkeling.
Stijging werkgeverslasten vanwege cao afspraak
In 2017 is de nieuwe cao afgesloten, dit heeft ook financiële consequenties. In de cao is een structurele salarisverhoging van 2,0% per 1 juli 2017 afgesproken en een eenmalige uitkering van € 500 bruto naar rato van de aanstellingsomvang. Per 1 januari 2018 stijgt het salaris met 1,3% en wordt het Individueel Keuze Budget met 0,75% verhoogd. Het budget voor incidentele beloning (0,75% van de loonsom) wordt afgeschaft. Daarnaast heeft iedere medewerker vanaf 1 januari 2018 recht op een Persoonlijk ontwikkelbudget van € 5.000 wat de komende vijf jaar ingezet mag worden. De dekking van deze stijging van de werkgeverslasten ad € 1,915 mln. komt ten laste van de daarvoor beschikbare stelpost loon- en prijscompensatie. Beide punten zorgen mede voor een neerwaartse trend van de stelpost loon- en prijsontwikkeling.
Algemene dekkingsmiddelen | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|
Saldo treasury | -7.517 | -3.069 | -4.039 | -4.815 | -59 | -57 |
Dividend | -90 | -100 | -600 | -600 | -600 | -600 |
Uitkering provinciefonds | -33.520 | -99.485 | -102.775 | -109.219 | -207.123 | -212.192 |
Opcenten motorrijtuigenbelasting | -115.179 | -118.400 | -121.123 | -123.909 | -126.759 | -129.674 |
Overigen | -637 | -200 | -200 | -200 | -200 | -200 |
Saldo kostenplaatsen | -950 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemene dekkingsmiddelen | -157.892 | -221.254 | -228.737 | -238.743 | -334.741 | -342.723 |
Mutaties reserves algemene middelen | -10.869 | -163 | -1.211 | 1.530 | 0 | 0 |
Totaal | -168.760 | -221.417 | -229.948 | -237.213 | -334.741 | -342.723 |
Tabel 6.5, Algemene dekkingsmiddelen |
Saldo treasury
Het verwachte rentepercentage schatkistbankieren 2018 is 0% (korte rente). De verwachting is gebaseerd op de depositorente indicaties van het Ministerie van Financiën van juni 2017. Ook de rentebeschouwing en visie in de treasury-rapportage Q2-2017 ondersteunt dit beeld. Hier liggen de visies van ING, BNP en Rabobank aan ten grondslag. Op dit moment is het geven van een schatting van de korte rente voor de langere termijn een lastige opgave, daarom wordt voorzichtigheidshalve ook voor 2018 t/m 2021 uitgegaan van een verwachting van 0% korte rente. Een andere component van het saldo treasury is de interne verrekenrente van OV (BRU). Deze stijgt in 2019 t.o.v. 2018 i.v.m. toegenomen OV investeringen. Daarnaast verlagen de treasury-resultaten in 2020 en 2021 omdat vanaf 2020 geen voorzieningen meer worden getroffen t.b.v. voorfinanciering OV investeringen en is er daarom geen rekenrente meer van toepassing voor OV (BRU) investeringen en is conform de BBV regelgeving.
Dividend
Jaarlijks wordt dividend ontvangen van de Bank Nederlandse Gemeenten. Voor 2018 en volgende jaren wordt dit dividend begroot op € 100.000,-. Het dividend Vitens € 500.000 is vanaf 2018 ook hier opgenomen (voorheen in Programma Bestuur en middelen).
Uitkering provinciefonds
De begroting 2018 is gebaseerd op de meicirculaire 2017. Hierin is de algemene uitkering provinciefonds voor de provincie opgenomen voor € 194,987 mln. Dit betekent een stijging van € 6.7 mln. in 2018, dit bedrag is toegevoegd aan het saldo van de begroting. Vanaf 2017 is de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer opgenomen in de algemene uitkering. Het aandeel van voorheen de Bestuur Regio Utrecht ad € 92,212 is overgeheveld naar het hekwerk BRU en zichtbaar op programma Bereikbaarheid. Vanaf 2020 vervalt het hekwerk, wat een stijging van bijna 90% tussen 2019 en 2020 verklaart.
Opcenten motorrijtuigenbelasting
Ook de opgave motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op de meicirculaire 2017 en bedraagt in 2018 € 121,123 mln. Dit is een stijging van € 1,338 mln. ten opzichte van de kadernota 2017. Daarnaast wordt er rekening gehouden met een groeipercentage van 2,3% per jaar.
Overigen
De post overigen is ten opzichte van de kadernota 2017 niet gewijzigd en bevat de renteopbrengst van het Startersfonds van € 200.000.
Mutaties reserves algemene middelen
In 2018 en 2019 wordt de Saldireserve gebruikt om de kosten coalitieakkoord te egaliseren. Daarnaast wordt tot en met 2019 een deel van het saldo treasury gestort in de reserve Rente kostenvoorfinanciering.