Cultuurhistorische waarden verankeren in ruimtelijk beleid

Beoogd effect cultuur- en erfgoednota 2016-2019: De cultuurhistorisch waardevolle, bovenlokale landschappelijke en archeologische structuren zijn bekend, veiliggesteld en dragen bij aan ruimtelijke kwaliteit.

Ons streven is dat de cultuurhistorisch waardevolle, bovenlokale landschappelijke en archeologische structuren er zo goed bij staan dat ze herkenbaar en ‘leesbaar’ zijn, en bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit. Daarbij maken we gebruik van het ruimtelijk beleid en van handreikingen als de Cultuurhistorische Atlas (CHAT). Net als in de voorgaande jaren focussen we op het agrarisch cultuurlandschap, de historische buitenplaatszones, het militair erfgoed en de zones met belangrijke archeologische vindplaatsen. Het ruimtelijk erfgoedbeleid zal in 2018 voor een belangrijk deel in het teken staan van de verbetering van de CHAT en het stimuleren van gemeenten om cultuurhistorische en archeologische waardenkaarten te ontwikkelen. Tevens brengen we de historische infrastructuur van Utrecht in kaart (wegen, waterwegen, spoor) als nieuw erfgoedthema in het ruimtelijk erfgoedbeleid.

In opdracht van de provincie Utrecht voert het Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht (STAMU) in 2018 de Monitor Erfgoedbeleid Utrechtse Gemeenten (MEBUG) uit. Per gemeente wordt het erfgoedbeleid onder de loep genomen en worden kansen voor de toekomst geformuleerd. Dit betreft een herhaling van het onderzoek uit 2014, waardoor nu voor het eerst ook de trend in beeld wordt gebracht.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) is geselecteerd om in 2019 mogelijk te worden toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van UNESCO als uitbreiding van de Stelling van Amsterdam (SvA) die deze status al ruim 20 jaar bezit. Bescherming van de site, en met name de bescherming van de Outstanding Universal Values (OUV), wordt door ICOMOS (het adviesorgaan van UNESCO) als cruciaal gezien. De beoogde werking van de Omgevingswet in relatie tot het beschermen van de visuele aspecten van het linielandschap krijgt daarom in 2018 veel aandacht en wordt samen met de provincies Gelderland, Brabant en Noord-Holland en de betrokken gemeenten opgepakt.