Energie besparen in gebouwde omgeving

Bij energiebesparing in de gebouwde omgeving maken we gebruik van het netwerk en de activiteiten van het programma Binnenstedelijke Ontwikkeling (zie programma 1 Ruimtelijke Ontwikkeling). We ondersteunen de transitie naar een aardgasloze gebouwde omgeving door kennis hierover toegankelijk te maken en partijen te verbinden. Naast de doorontwikkeling van de kansenkaart voor warmte, volgen en ondersteunen we de pilots voor aardgasvrije wijken en delen we kennis hierover met anderen gemeenten. In 2018 halen we bij gemeenten, woningcorporaties en netbeheerders op hoe wij als provincie deze transitie verder kunnen versnellen.

Het concept Nul op de Meter (NOM) woningen zien we als een kansrijk instrument voor het besparen van energie en daarmee het verlagen van de CO2-uitstoot. Realisatie van NOM-woningen biedt economische kansen voor onze regio. Met de door ons gefinancierde NOM-Alliantie en in nauwe samenwerking met de EBU scouten we opschaalbare aanpakken voor Nul-op-de-Meter woningen, koppelen we vraag en aanbod en wijzen we op financieringsconstructies. Voor NOM- of NOM-ready-renovaties en nieuwbouw laten we business cases doorrekenen, beantwoorden we kennisvragen, verbinden we partijen die elkaar kunnen helpen en delen we geleerde lessen. Via ons instrument de Wasstraat Duurzaamheid beleggen we sessies met experts om te adviseren over de verduurzaming van vastgoed. Deze adviezen kunnen zowel technisch, juridisch als financieel van aard zijn, afhankelijk van de behoefte. De NMU krijgt subsidie om eerste hulp te bieden aan particulieren die energie willen besparen (met name scholen en sportverenigingen) en zonnepanelen op daken willen plaatsen. Hierbij wordt doorverwezen naar ondernemers die kunnen helpen bij de volgende stap (technisch advies en financiering).

In 2018 willen we een meerjarige subsidie geven aan een postdoc die onderzoek gaat doen naar en interventies gaat organiseren m.b.t. de energietransitie in de bouw- en installatiesector. Via deze postdoc komen we er achter welke interventies nodig zijn om er voor te zorgen dat de bouw- en installatiesector beter dan nu in staat zijn om de energietransitie het hoofd te bieden.