Balans bewaken tussen natuurbescherming en ruimtelijke ontwikkeling

De Wet natuurbescherming stelt dat ruimtelijke ontwikkelingen die gevolgen hebben voor beschermde soorten vergunningplichtig zijn. De provincies zijn hierbij bevoegd gezag geworden. We hebben deze nieuwe wettelijke taak uitgewerkt in het Beleidskader Wnb en in de Verordening natuur en landschap (Vnl). De werkzaamheden die hiermee gepaard gaan  zijn opgenomen in het jaarlijks uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). In dit programma stellen we ook de beleidsprioriteiten vast.
Een van de prioriteiten is om bij het al dan niet toestaan van ruimtelijke ontwikkelingen samen op te trekken met de gemeenten. Hiervoor hebben we de zogenaamde Utrechtse Aanpak in het leven geroepen (3.2.2.2.3).

Ten tijde van de voorbereiding van de implementatie van de Wnb hebben we de omvang van de nieuwe  werkzaamheden zo goed mogelijk ingeschat. Het is van belang om goed te volgen of deze inschatting juist is geweest. Daarom hebben we in het Beleidskader Wet natuurbescherming aangegeven dat we eind 2017/begin 2018 een evaluatie uitvoeren.
In deze evaluatie gaan we ook in op het toezicht in onze natuurgebieden. Enerzijds evalueren we de inzet van extra veldwachters die op basis van de afspraken uit het huidige Coalitieakkoord zijn aangesteld. Anderzijds kijken we vooruit naar de manier waarop we het geld willen besteden dat recent in aanvulling op het Coalitieakkoord voor dit onderwerp beschikbaar is gekomen (via amendement 12 bij de Kadernota 2017).

In 2018 werken we verder aan de verbetering van de uitvoering van natuur- en boscompensatie. En geven daarbij invulling aan de aanbevelingen in het eindrapport van de Randstedelijke Rekenkamer over de uitvoering van natuurcompensatie door de provincie. Dit betreft o.m. de uitwerking van de financiële aspecten van compensatie, het opstellen van een kaart met bosgebieden, het beter afdwingbaar maken van compensatie en het uitvoeren van veldcontroles. Daarnaast geven we concreet vorm aan de natuurcompensatiebank en verdere verbetering van de registratie.